Oorsprong namen

van Ooyen

Verspaget

Voorouders

van Ooyen

Verspaget

Broers & Zusters

van Ooyen

Verspaget

Jeugdjaren

Jo

Nellie

Jo & Nellie

verkering

gezin

Gezin
Jo van Ooyen en Nellie Verspaget
Vorige.
Volgende.
Startpagina.
1948        (Bekijk foto’s 1948 t/m 1954 in serie)
de krukels eruit “peukelde”. In deze periode ben ik ook nog voor korte tijd lid van de gymnastiekvereniging Sparta geweest. Met Sparta gingen we met de stadsbus op reis. Hennie Berendsen zou ook meegaan. Maar hij verscheen niet bij de bushalte. Later zei hij:  “Ik dacht dat we ‘s avonds zouden gaan”. Maar ik ging toch liever voetballen. Vooral door het bijwonen van de voetbalwedstrijden van BVV in Den Bosch en soms uitwedstrijden, zoals LONGA, PSV en Helmond. In Helmond kon BVV districtskampioen worden. Hierom waren de spelers van BVV in een splinter nieuw voetbaltenue gestoken. In de eerste minuut maakte Helmond een nul, door een verre trap. Ze verloren en werden nog geen kampioen. Keeper Saris vergiste zich doordat het veld iets afliep. Toch werden ze met hun Engelse trainer, Jackson, weer kampioen van district Zuid. Hierdoor moesten zij voor het landskampioenschap spelen tegen o.a. Heereveen met de wereldklasse speler, Abe Lenstra. ‘s Morgens voor dat we naar Den Bosch vertrokken, gingen we eerst naar de kerk. Hier kwam papa een bekende, van Gennip tegen. En hij zei: “Jo, maakt oe nie druk. BVV wint met 3-1”. Onderweg van de Busschieter naar het voetbalveld, Heidelust in Vught, passeerden we bij de overweg een harmonicaspeler.
Hij riep: “Bossenaren maakt oe nie druk. Ze winnen;  En wel met 3-1”. En ze wonnen met 3-1.
(zie foto’s en eindstand)  Bij een van de doelpunten werd bij ome Willem z’n bolhoed over z’n oren geslagen door een enthousiaste Bossenaar. De ouders van Lenstra zaten in klederdracht voor de tribune.
In het midden Nettie bijna 6 jaar met daarvoor Marianne 2½ jaar samen met de tweeling Toosje en Lenie van Asten, die tegenover ons in de Slagerstraat woonden.
Dan Marianne voor onze altijd openstaande deur. Zij hadden nog twee oudere zusjes, Gonny en Tonny. Met de familie van Asten gingen we eens hazelnoten rapen. Regelmatig stond bij hen een rode vrachtwagen van “Jansen Vrachtvervoer”voor de deur.
De chauffeur was bij hen in de kost. Zij verhuisden naar Strijp, waar wij op kraamvisite gingen bij de geboorte van hun broertje Tini.
Wat een diepe snee veroorzaakte. We haalden wel meer kapriolen uit. Zo was Hennie Berendsen onder het trapje van de kiosk op de Woenselsemarkt gekropen. Hij kreeg het benauwd toen het hem een tijd lang niet lukte weer terug te kruipen. Op zaterdagavond werd hier regelmatig muziek gemaakt. De visboer verkocht vanaf een handkar krabben en krukels oftewel alikruiken in papieren zakje. Ik zie me nog op de stoeprand zitten en met een naald
Met Hennie Berendsen, zijn hond en Theo Eykholt voor de Petrusschool en voor het raam van de kruidenier Wim van Dongen. Hier kwam iedere week ook een rode vrachtwagen op volbanden om de voorraad aanvullen. Deze oude vrachtwagen trok langzaam op. We probeerden dan deze vrachtwagen zo lang mogelijk vast te houden. Eens liet Ad Schroemges te laat los en viel met zijn tanden door zijn tong.
Tante Marie Kihle had een heel mooie keeshond. Toen deze hond jonge hondjes had, kreeg ik er een van haar. Dit heeft niet lang geduurd. Het hondje moest weg omdat het de was in het bijhok kapot gebeten had. De man van tante Joke nam het mee voor zijn baas. Echter toen ik om vier uur uit school kwam, stond het hondje mij mooi op te wachten. Het was van zijn nieuwe baas weggelopen.
Ik heb nog geprobeerd ‘m in de schuur te verstoppen, door met een zeef de schuurpoort dicht te
maken. Uiteindelijk is het toch naar die baas van de Etos bakkerij gegaan. Van haar kreeg ik ook eens een houten speelgoed auto. Die had ze gekocht bij de Rooie Lien op de hoek Bakkerstraat en Woenselsmarkt.
Daar tegenover was café Cuyt, het thuiscafé van de voetbalclub Traplust. Verderop in de Bakkerstraat zat de slagerij van Jo van Grimbergen. Toen ik eens met mama bij die slager was, kwam er een jongen binnen die om een boterham vroeg. De vrouw van de slager zei: “Die komt hier altijd om eten te schooien”.
Onze buren aan de kant van ’t gangetje, de familie Hartjesveld hadden een hondje Loekie.
Dit hondje liep altijd vrij op straat. Elke fietser viel ie aan en ging bij mannen aan z’n broekspijp hangen.
Op ’n gegeven moment kwam ie onder de vrachtwagen van ome David.
De hele familie liep achter dhr. Hartjes veld met de dode hond door de Slagerstraat. Ze begroeven Loekie in achtertuin. Door de jeugd werd dit grafje vernield. Ten onrechte werd ik daarvan beschuldigd.