Oorsprong namen
Voorouders
Broers & Zusters
Jeugdjaren
Jo & Nellie
Jeugdjaren
Jo van Ooyen en Nellie Verspaget
Jo van Ooyen en Nellie Verspaget
Als ze toentertijd geen bal hadden, dan maakten ze er een van vodden of papier. Zij woonden en speelde aan Overlaatweg op Lombok, het stadsgedeelte van Den Bosch waar nu het PNEM gebouw staat. Ook werd hij al jong door zijn vader betrapt op het roken van een sigaret. Een vriendje had hem verteld dat hij na het inhaleren bij het uitblazen van de rook “boom” moest zeggen. Hij had niet in de gaten dat zijn vader achter hem stond. En die zei: “Ik zal je een boom geven”. En gaf hem tegelijkertijd een draai om zijn oren.
Na de lagere school ging papa meteen werken. Zo begon hij bij een bakker, die hem zei dat hij zoveel gebakjes mocht eten als hij wilde. Dat papa niet te verzadigen was, daar had die bakker niet op gerekend. Dus moest hij een ander baantje zoeken. Misschien was deze bakker wel van de familie Bosch, die we in verschillende aktes als getuige tegenkomen.
Doordat er in Den Bosch weinig werk was en Philips veel werkkrachten nodig had, gingen papa, op zijn zestiende en ome Janus, op zijn achttiende jaar naar Eindhoven. Zij gingen bij een broer van hun moeder, Kees Bartels, in de kost. Omdat hun ouders het gezin van Kees Bartels te “rauw” vonden, kwamen zij samen met ome Bart naar Eindhoven.
Een korte tijd woonden zij op de Vlokhovenseweg. Omdat Opa en ome Bart te voet naar de sigarenfabriek Karel I in Tongelre moesten, regelde opoe een huis in de Brugstraat. Toen ome Janus trouwde ging papa bij hem in de kost en zijn familie ging weer terug naar Den Bosch.
Hoe papa met de trein aankwam en Eindhoven er uitzag, zie film.
Na de lagere school ging papa meteen werken. Zo begon hij bij een bakker, die hem zei dat hij zoveel gebakjes mocht eten als hij wilde. Dat papa niet te verzadigen was, daar had die bakker niet op gerekend. Dus moest hij een ander baantje zoeken. Misschien was deze bakker wel van de familie Bosch, die we in verschillende aktes als getuige tegenkomen.
Doordat er in Den Bosch weinig werk was en Philips veel werkkrachten nodig had, gingen papa, op zijn zestiende en ome Janus, op zijn achttiende jaar naar Eindhoven. Zij gingen bij een broer van hun moeder, Kees Bartels, in de kost. Omdat hun ouders het gezin van Kees Bartels te “rauw” vonden, kwamen zij samen met ome Bart naar Eindhoven.
Een korte tijd woonden zij op de Vlokhovenseweg. Omdat Opa en ome Bart te voet naar de sigarenfabriek Karel I in Tongelre moesten, regelde opoe een huis in de Brugstraat. Toen ome Janus trouwde ging papa bij hem in de kost en zijn familie ging weer terug naar Den Bosch.
Hoe papa met de trein aankwam en Eindhoven er uitzag, zie film.
Papa Jo van Ooyen (foto’s in serie van 1910 tot 1939)
Volgens zijn moeder werd papa geboren op zaterdag 9 juli 1910 op de Overlaatweg nummer 7 te ‘s-Hertogenbosch. Op zijn geboorte akte staat echter 11 juli. (zie akte)
Volgens zijn moeder werd papa geboren op zaterdag 9 juli 1910 op de Overlaatweg nummer 7 te ‘s-Hertogenbosch. Op zijn geboorte akte staat echter 11 juli. (zie akte)
Met het inzien van zijn geboorte akte ten behoeve van zijn huwelijk op 11 februari 1939 met mama, Nellie Verspaget, kwam hij er achter dat zijn geboortedatum op maandag 11 juli 1910 geregistreerd stond.
Vanaf die tijd vierde hij zijn verjaardag op 11 juli. Hij overleed op 24 maart 1983 in het St. Jozef Ziekenhuis aan de Aalsterweg te Eindhoven.
Als kind was zijn bijnaam: “Biemenneke (Bieman betekent beroep of imker)”.
Vanaf die tijd vierde hij zijn verjaardag op 11 juli. Hij overleed op 24 maart 1983 in het St. Jozef Ziekenhuis aan de Aalsterweg te Eindhoven.
Als kind was zijn bijnaam: “Biemenneke (Bieman betekent beroep of imker)”.
Op deze schoolfoto staat papa derde van rechts in de eerste staande rij.
Vermoedelijk is hij hier zes jaar oud. Zijn broertje, Janus, staat boven hem in de volgende rij, vierde van rechts.
Papa zocht altijd bescherming bij zijn twee jaar oudere broer Janus. Want die sloeg erop als ze hem iets wilden aandoen. Van jongs af aan was hij een voetballer.
Vermoedelijk is hij hier zes jaar oud. Zijn broertje, Janus, staat boven hem in de volgende rij, vierde van rechts.
Papa zocht altijd bescherming bij zijn twee jaar oudere broer Janus. Want die sloeg erop als ze hem iets wilden aandoen. Van jongs af aan was hij een voetballer.
Vanwege de slapte bij Philips in de crisisjaren kreeg hij ontslag. Hij vond toen werk bij de slagerij van Albert Tiels in de Gasthuisstraat te Stratum. In die tijd slachtte de slager zelf. Papa werd meteen meegenomen naar het slachthuis.
De slager zei tegen hem: “Hier heb je een riem met messen en een kalf. Kijk maar hoe de anderen het doen. Ik ben een borreltje drinken”.
De slager zei tegen hem: “Hier heb je een riem met messen en een kalf. Kijk maar hoe de anderen het doen. Ik ben een borreltje drinken”.
Papa was toen achttien jaar en had nog nooit een dier geslacht. Na een paar jaar ging papa als slager bij de Etos werken. Albert Tiels was daar heel kwaad om.
Toen hij bij de Etos werkte, overleed zijn oude baas Albert Tiels. Zijn vrouw heeft papa gevraagd hun slagerij over te nemen. Omdat hij het geld er niet voor had en niet durfde te lenen is hij daar niet op in gegaan. Opoe Verspaget wilde hem wel met fl. 100,-- helpen.
Toen hij bij de Etos werkte, overleed zijn oude baas Albert Tiels. Zijn vrouw heeft papa gevraagd hun slagerij over te nemen. Omdat hij het geld er niet voor had en niet durfde te lenen is hij daar niet op in gegaan. Opoe Verspaget wilde hem wel met fl. 100,-- helpen.
De familie van Ooyen in de Brugstraat.
In het midden papa in zijn donkere keepers trui. Hij kwam net van het voetballen.
Vlnr. zittend opa, ome Willem, papa, ome Bart met hond, ome Janus.
Staande opoe, nichtje Marietje Kihle en tante Sjaan, de vrouw van ome Willem.
In het midden papa in zijn donkere keepers trui. Hij kwam net van het voetballen.
Vlnr. zittend opa, ome Willem, papa, ome Bart met hond, ome Janus.
Staande opoe, nichtje Marietje Kihle en tante Sjaan, de vrouw van ome Willem.
