Oorsprong namen

van Ooyen

Verspaget

Voorouders

van Ooyen

Verspaget

Broers & Zusters

van Ooyen

Verspaget

Jeugdjaren

Jo

Nellie

Jo & Nellie

verkering

gezin

Gezin
Jo van Ooyen en Nellie Verspaget
Vorige.
Volgende.
Startpagina.
De hele binnenstad stond in lichterlaaie. Later gingen we eens naar de huizen kijken om wat dekens en kleren te halen. Maar ach, wat zag het er uit! In ons huis was nog één ruit heel, de anderen waren kapot.
De scherven waren dwars door de muren en kozijnen geslagen, de gordijnen hingen in flarden voor de ramen en alles was bezaaid met glasscherven en kalk. Dat was bij ons; maar een eindje verder bij de andere hoek tegenover het kerkhof was het veel en veel erger. Hier waren in 4 gezinnen 11 doden; in één gezin zelfs 5 doden. Dertien huizen waren helemaal vernield of zodanig vernield dat ze moesten worden afgebroken. Doch we hadden natuurlijk geen tijd om alles in ogenschouw te nemen. Gepke en ik pakten vlug wat dekens en kleren en gingen weer terug. Onze buren achter ons en nog anderen gingen met ons mee. Dezen hadden doodsangsten uitgestaan om ons, want toen het bombardement voorbij was, hadden ze direct ons geroepen en toen ze helemaal geen antwoord kregen, dachten ze niet anders dan dat we allemaal dood waren.
Later was er iemand bij ons in huis gegaan met een lampje en die zag dat we allen gevlucht waren.
We trokken toen gezamenlijk naar de grot terug, waar intussen 7 gezinnen verblijf hadden gezocht. Aangezien het hierdoor te benauwd werd in die schuilplaats gingen we met een paar man op onderzoek uit en we konden plaats krijgen in een gebouw naast de grote katholieke kerk.
Dat gebouw was in gebruik bij de luchtbeschermingsdienst. Met 4 gezinnen togen we hier toen naar toe, en bleven gedurende de nacht verder in genoemd gebouw waar reeds vele gezinnen verblijf hielden. We konden hier wat op de vloer slapen en rusten voor zover dit mogelijk was.
Omdat hr. De Vos zijn zoon Berend miste, die voor ’t bombardement van huis was gegaan, ging hij om 7 uur ’s morgens  (eerder mochten ze niet weg) naar huis. Verder zijn verhaal.
Nu het volop licht was konden we de ravage eens goed in ogenschouw nemen. Twintig meter van ons huis was een bom terechtgekomen; de scherven daarvan waren bij ons door de muren en ramen gekomen. We gingen wat eten en kleren opzoeken en brachten dit naar het gebouw waar de kleineren achtergebleven waren en die nu naar de familie Leeuw zouden gaan. Onderwijl zouden wij de boel gaan opruimen om zo mogelijk ons huis  weer bewoonbaar te maken.
’s Middags gingen we ook bij de fam. Leeuw eten omdat we zelf geen gelegenheid hadden om wat te koken. Berend ging wat karton halen, waarmee we de ramen dicht konden maken, want hout hadden we niet voldoende. ’s Avonds kwamen onze kinderen allemaal terug. ’s Nachts hebben we gezamenlijk met onze buren achter op de vloer geslapen, want boven hadden we het nog niet dicht. Onze buren achter ons zijn maar met z’n tweeën en de buurvrouw had door dit bombardement zo’n schrik gekregen dat ze ’s nachts niet meer in eigen huis durfde te slapen. We hielden om beurten de wacht want we waren bevreesd dat de Duitsers nog eens weer terug zouden komen en dan konden we tijdig de vlucht nemen.
Er was geen gas en geen water, want de leidingen waren kapot. Af en toe konden we water krijgen en dan moesten we de wasteilen en andere dingen gaan vullen om wat voorraad te hebben. De meeste mensen hadden geen kachel en geen kolen. Wij hadden gelukkig ons oude fornuis nog en kolen hadden we ook, zodat we konden koken. We hebben voor 3 gezinnen van de kachel gebruik gemaakt.
Hoog dodencijfer
’s Woensdagmorgens leek Eindhoven een dodenstad, zo stil was het. En geen wonder ook! Een paar dagen later kon ik de stad in komen en toen in ogenschouw nemen wat er zo al vernield was. Het was gewoon verschrikkelijk. Volgens  een bericht van de burgemeester waren er reeds 200 doden geborgen en het vermoeden bestond dat er nog verschillenden onder het puin bedolven lagen (dodenaantal 177). Als men de verwoesting zag, zou men onwillekeurig gezegd hebben dat het aantal doden nog was meegevallen. Men had het nog erger verwacht. Sommige gezinnen zijn wonderlijk bewaard gebleven. Een gezin, goede bekenden, waren in de keuken weggescholen. Een voltreffer komt er terecht en vernielde het hele huis. Maar de mensen (fam. Groot, Verwerstraat) vluchtten net op het kritiek moment de tuin in en redden hun leven. Maar dat was ook alles wat ze gered hebben met de kleren die ze droegen. Het andere was allemaal weg. Onze kerk in de Lijmbeekstraat is totaal uitgebrand. Vlak erbij stond een vrachtwagen geladen met munitie. Deze werd geraakt en vloog in brand, de projectielen ontplofte en vlogen in het rond, waardoor de kerk ook in brand raakte.
In een schuilkelder bevonden zich 46 personen; hier kwam een voltreffer op terecht met het gevolg dat alle 46 personen gedood werden. In een andere schuilkelder werden 27 mensen gedood.