Op 16 januari 1956 overleed opa Willem van Ooyen in het bejaardenhuis te Oisterwijk. Bijna drie jaar na het overlijden van z’n “grutje”. Hij overleed op zes en tachtigjarige leeftijd en werd begraven op het kerkhof van dit bejaardenhuis. De begrafenis was zeer sober. Opa stond opgebaard tegen de muur in de gang en hij werd bij opoe in het graf gelegd. Hier samen met z’n dochter, tante Sjaan, in het bejaardenhuis.
Ons Vera vervult verschillende rollen van clowntje, elfje, heksenkoningin en chineesje. Met de tekst “voor het jeugdhuis” nemen de chineesjes samen de non van liefde afscheid van het pu-bliek. In die tijd werden er ook iedere zondagmorgen aan de deur bonnetjes (steentjes) met verschillende kleuren van een dubbeltje en een kwartje verkocht voor het nieuwe jeugdhuis.
In 1956 was ik aan de beurt. Ik kan me niet herinneren dat toen ook ’n foto in ’t Stadswandelpark is gemaakt. Namen van leerlingen heb ik niet paraat. De gezichten komen me wel bekend voor. Middelste rij v.l.n.r. de namen en scheldnamen van de leraren: dhr. Bernse (de Fop), dhr. Van Tuyl (de Rooie), dhr. Jeuken, dhr. Jansen (kruimeltje), geestelijke, dhr. Verberne (de bloedhond), dhr. Cox (de bulldog), dhr. Geerts (de Gerrit), onbekend, dhr. Meys (Toon zeik). Dhr. Jeuken is later met z’n auto verongelukt op een van de overwegen in Tongelre. Hij woonde op ‘t Hofke, waar hij les gaf voor o.a. Praktijkdiploma Boekhouden. Van hem heb ik nooit les gehad. Van kapelaan van Duren (de scheet) kregen we Godsdienst. Van dhr. Jansen kregen wij ook tekenen. Ik had eens een arend met uit slaande vleugels nagetekend. Hij dacht dat ik het had overgetrokken. Als ik het voorbeeld mee naar school nam en het bleek dat het niet overgetrokken was, dan kreeg ik een negen. Toen ik hem het voorbeeld liet zien en kreeg ik een negen.