In deze supermarkt werkte ik onder de winkelchef, Buteyn. Als bediende was het zwaar werk. Het magazijn was boven en bereikbaar via een trap met een draai er in. Op de maandagmorgen begon ik het gesorteerde leeg goed naar beneden voor op straat te zetten. In de middag kwam de vracht en moest alles naar boven. Ondanks dat ik mager was, gebeurde het op een warme dag, door het transpireren dat mijn broek zodanig aan m’n lijf bleef plakken dat ie van boven naar onderen open scheurde. Daarentegen was het helpen van klanten achter de vleeswaren wel fijn werk. Ook vroeg de chef ieder zaterdag aan mij na te blijven hem te helpen bij wat klusjes, waaronder het geld te tellen. Hij beloonde mij met een dikbuikje bier en een pakje Hunter.
Eens had hij het toen voor mij nog onbekende schimmelkaas ingekocht. Wat ik weigerde te proeven.
Hij zei: ”Doe je ogen dicht en je mond open dan stop ik het erin”. Het smaakte goed. Collegaatjes waren o.a. José Klumpkes en ’n Netty uit Geldrop. Toen Netty afscheid nam, heb ik een toespraakje gehouden.
De chef werd hierdoor verrast en ging vlug iets pakken om dit aan haar te geven.
Achter de tafel de mee zingende tante Ali, ome Janus, ome Willem, tante Sjaan, tante Marie, Vera en Hans. En inhaken doen we ook. Achter de tafel Berendje en Anne Zwart, Spar kruidenier, mama, papa, Marianne, Netty en Hans. Voor het gordijn buurman de Vos, dan een buur uit de Bakkerstraat.
Mama zingt hier haar eigen lied: “Als ik naar andere mannen kijk” En Vera slaat de maat!