Oorsprong namen

van Ooyen

Verspaget

Voorouders

van Ooyen

Verspaget

Broers & Zusters

van Ooyen

Verspaget

Jeugdjaren

Jo

Nellie

Jo & Nellie

verkering

gezin

Gezin
Jo van Ooyen en Nellie Verspaget
Vorige.
Volgende.
Startpagina.
Wij speelden hier in. Papa heeft daar een riolering pijp weggenomen voor een betere afvoer van de dakgoot naar het putje beneden. Het begon echter te stinken. Tante Joke gooide er meer in dan water.
Tot 5 mei 1945 kon er iedere dag een bombardement verwacht worden. Dat zal wel een van de redenen zijn geweest dat als er een vliegtuig overkwam, mama tegen ons zei: “Ga maar onder de tafel zitten”. Ze kon dan ook rustig door-strijken omdat we dan stil waren. Dat er gevochten werd, konden we horen door het onweer geluid van kanonnen. Dat geluid kwam uit de richting Best. Op 2 oktober en 16 december werd Eindhoven weer gebombardeerd met respectievelijk 10 en 11 slachtoffers. Ook werden er V-1 raketten op Antwerpen afgevuurd, die over Eindhoven kwamen.
Op de luchtfoto bij het rode kruis de weg gebombardeerde hoek en bij het gele kruis woonden wij.
De hoek Wassenaarstraat en Pastoriestraat is anno 2006 nog steeds open. Nog een hele tijd lagen er de fundamenten in de grond.
Een van deze V-1 raketten kwam te vroeg naar beneden en sloeg in op de hoek Gildelaan en Kruisstraat. (Zie film)
De pijl geeft de inslag aan. Volgens mama liep er op het moment van de inslag een meisje. Van dat meisje is geheel niets meer teruggevonden. Rechts dezelfde hoek anno 2006.
In de periode september tot mei 1945 was het een en al militaire bedrijvigheid wat de klok sloeg. Iedere morgen was er voor ons huis appèl, waarbij er in de geweerlopen werd gekeken. Op de Petrusschool aan de Pastorie-straat lagen Engelsen met op de speelplaats vrachtauto’s. Op de inrit links van de school stond een kraanwagen en op het brede trottoir ervoor lagen kabels. Bij deze kraanwagen hoorde een kleine Engelsman, die steeds gek deed. Wij wezen naar ons voorhoofd en riepen: “Je bent gek”. Hij leerde ons dat het Engelse woord “crazy” was. Met op de school gelegerde militairen hadden wij dagelijks contact. Een ervan was Bill. Toen mama en ik hem op de Kruisstraat tegenkwamen, riep ik: “Hallo Bill”. Zij keek er van op dat ik als klein manneke hem herkende en groette. Er werden ook militairen bij burgers ingekwartierd. Ondanks dat wij boven inwoonden, kwamen bij ons eerst de Engelse militair Ronny en een militair, die scheel keek.
Toen wij de volgende morgen naar huis liepen, zeiden de mensen tegen elkaar dat de oorlog nu wel voorbij zou zijn. De hoek Pastoriestraat en Slagerstraat waarschijnlijk mei 1945. Bij de familie “Hollander” hangt de vlag uit. Voor de Petrusschool is nog te zien dat het muurtje voor de school weggeslagen is.Rechts op de hoek voor het huis van het gezin de Vos zou een blindganger terecht
gekomen zijn. Er zat daar namelijk een gat in de grond. Siert de Vos en ik bekeken dat gat en dachten dat er een tank over gereden had.
Maar die was maar heel kort bij ons. Hij had de sleutel meegekregen om later thuis te komen. Toen hij in het donker de wc niet kon vinden had hij overgegeven in de uitklapbare naaidoos. Nadat een officier er bij was geweest, hebben wij hem nooit meer teruggezien.
Ronny was foerier en werkzaam op het veemgebouw van Philips in Strijp. Hij was lang, blond, gehuwd en had twee kinderen, een jongen en een meisje. De gehele tijd dat hij bij ons was, stond een foto van zijn vrouw en kinderen op de dressoir. Toen mama begin 1945 in verwachting was van Marianne liet hij zijn vrouw een pakketje met kleding opsturen. Omdat hij onverwachts werd overgeplaatst, kon hij het aan hem beloofde matrozenpakje niet meer meenemen.
Ikzelf kan nog herinneren dat wij met hem aan tafel zaten. Toen hij een sigaret opstak, gaf hij ook een sigaret aan mij. Gerookt heb ik uiteraard niet, maar wel net alsof gedaan.
Daarna kwamen Bob en Andy, die hoogstwaarschijnlijk uit Liverpool en Manchester kwamen.