Oorsprong namen

van Ooyen

Verspaget

Voorouders

van Ooyen

Verspaget

Broers & Zusters

van Ooyen

Verspaget

Jeugdjaren

Jo

Nellie

Jo & Nellie

verkering

gezin

Gezin
Jo van Ooyen en Nellie Verspaget
Vorige.
Volgende.
Startpagina.
1946                                            (Bekijk foto’s 1939 t/m 1947 in serie)
Toon, een broer van Hennie maakte toen foto’s. Deze buurtfoto voor het huis van de familie de Vos op de hoek Pastorie- en Slagerstraat is iets later genomen. Vlnr. Siert de Vos, Hennie Berendsen, ikzelf, Ali en Greta de Vos met daarvoor Toosje van Asten, Tonnie van Asten, Ria Senders, Netta Hartjesveld en Rinus Quik. Voor de raam Wobbe de Vos en achter het raam Gerbrand.
Mijn vaste speel vriendje in die tijd was Siert de Vos. In de herfst speelden wij voerman met paard en wagen. Om de beurt waren we voerman of paard. Het paard had een touw achter de nek en onder zijn oksels door. De wagen was een kruiwagen. We laden de kruiwagen dan vol bladeren. Ook mochten wij wel eens met mijnheer de Vos mee naar de scholen in de Schoolstraat en in Strijp, waar hij conciërge was. Naast het spelen op de speelplaats, hielpen wij met het opruimen van de herfstbladeren. Papa hielp mijnheer de Vos ook wel eens. Ondanks hun verschil van inzicht konden zij goed met elkaar opschieten. Mijnheer de Vos was gereformeerd en papa was links georiënteerd.
Tijdens een verbouwing bij de Vos zat er een gat in de vloer, waar ik mijn hand boven hield. Siert was met dat mes aan het kappen. Hij zei: “Ga weg met je hand, anders kap ik erop”! Nou ik ging dus niet weg en kapte echt. Het resultaat was een lelijke snee en een litteken op mijn linker middelvinger.
We voetbalden ook in de straat met een tennis- of kaatsbal. Tante Ali had voor mij witte handschoen gebreid, waarmee ik me een echte keeper vond. De putten aan weerszijden van de straat waren de goals. Mevrouw Verheul maakte wel eens bezwaar tegen ons voetballen. Van de politie mochten wij in de straat ook niet voetballen. Maar wij wisten precies wanneer er een agent langs kwam, dat ging ongeveer gelijk op met het slaan van de klok van de Petruskerk. We moesten dan even wachten tot hij voorbij was. Het is wel gebeurd dat we zo fanatiek bezig waren dat de bal recht onder de fiets van een agent terecht kwam. Dit betekende dat de bal opgehaald moest worden bij de politiepost op de Kloosterdreef. Een keer maakten mijn zusje Nettie en ik ruzie om een kaatsbal. Mama wilde er een eind aan maken, door net te doen of zij de kaatsbal in de kachel gooide. Ze kreeg geen tijd om weer uit de kachel te pakken. Het was een steekvlam en de bal was weg.
Maandag 2 september ging ik voor de eerste dag naar de grote school, de St. Petrus Canisiusschool aan de Pastoriestraat. We zaten nog maar net in de achterste klas beneden toen het zoontje van Scheepers met de scheldnaam Burgemeester van Woensel, langs de raam kwam gelopen en al knippert met z’n ogen riep: “Ha, die snotneuzen!” Hij zat zelf in de 2
e klas. Eens zag ik dat Scheepers met teveel bier op, in z’n T-ford over de Woenselse markt aan ‘t crossen was. Enkele agenten trokken hem uit z’n auto. Hij wist achter op het reservewiel te kruipen. De agenten reden hem zo naar het politiebureau op de Kloosterdreef.
Op 4 maart gaat papa bij het pensioenfonds van Philips.
Hij werkte toen al op de Keramische afdeling.
Wat een weekloon en pensioen per jaar.
In deze tijd kregen we weer een radiootje. De eerste radio van Philips na de oorlog; genaamd de plank.
Vanwege mijn 6e verjaardag op de foto in de Slagerstraat voor de raam van de familie van Asten, met de buurkinderen. Vlnr. ikzelf, Siert de Vos, Thea Hartjesveld, daarachter Hennie Berendsen, Theo Eykholt en Piet Gaans met daarvoor het neefje van tante Ali, Adri de Cuyper, die uit Amsterdam op vakantie was. Op de grond zitten het neefje en nichtje, Willie en Ria Senders. Dat ik van Toon Berendsen achterop moest staan vond ik niet fijn.
De eerste zaterdag van het schooljaar ging mama met mij naar de kapper en kwam er achter dat ik voor de middag naar school moest. Frater Erminus vond dat ik goed geknipt was en had begrip voor ons moeder.
Van hem leerde ik de eerste woordjes aan de hand van voorwerpen, die voor de binnenraam hingen met de woorden in grote letters er onder.
We luisterden toen o.a. naar Ome Keesje.
Hun eerste radio moesten zij in 1942 verkopen vanwege een te betalen
boete.