Oorsprong namen

van Ooyen

Verspaget

Voorouders

van Ooyen

Verspaget

Broers & Zusters

van Ooyen

Verspaget

Jeugdjaren

Jo

Nellie

Jo & Nellie

verkering

gezin

Gezin
Jo van Ooyen en Nellie Verspaget
Vorige.
Volgende.
Startpagina.
1940       (Bekijk foto’s 1939 t/m 1947 in serie)

Op maandag 15 april 1940, ’s morgens om kwart over zeven werd ik, hun eerste kind Willy geboren.
Ik wordt vernoemd naar de beide opa’s en papa met de doopnamen Wilhelmus, Franciscus, Johannes.
Ik ben gedoopt in de St. Petrus kerk door kapelaan of pastoor van Nistelrooy.
Mama in verwachting van haar eerste kind. Achter op deze foto staat letterlijk: “Deze foto is vorige week gemaakt presies 8 dagen geleden”. En met potlood erbij geschreven: “Geboren maandag 15 april 1940   4 kg,  400 gram”.
Dan met haar
zoon voor de deur van ons huis, Slagerstraat nummer 36, waar ik geboren ben.
Bij ome Corry en tante Lisa. In de box staat ons nichtje Bebbie Verspaget.
Het was een onzekere tijd met oorlogsdreiging. Vrijdag
10 mei 1940, de verjaardag van opoe Verspaget, is het zover en de duitsers vallen ons land binnen.
Maandag 13 mei vertrokken Koningin Wilhelmina en de regering al naar Londen.
Dinsdag 14 mei is het bombardement op Rotterdam met 800 doden. Op woensdag 15 mei capituleert Nederland.
Papa in de slagerij van de Etos aan de Leenderweg. Hier werkte hij, toen twee maanden na het begin van de oorlog de duitse gestapo hem kwam ophalen.
In eerste instantie zochten ze hem in de Canadastraat. Hij was echter overgeplaatst naar de Leenderweg. Daarom gingen ze naar ons woonhuis in de Slagerstraat en doorzochten het.
Ze trokken alle laden open. Daar lag toevallig een propagandablaadje van de nsb. Gelukkig vond men geen belastend materiaal. Ze verzuimden in de schuur te kijken, daar stonden in een zak politieke boeken van ome Henk. Haar vriendin Jenny, die bij ons woonde, ging voor de deur van haar kamer staan. Ze zei: “Hier woon ik”. Ze lieten haar verder met rust. Toen de kust veilig was, heeft ome Janus deze zak met boeken in de Dommel gegooid. Mama is vlug naar de Leenderweg gefietst om ons vader te waarschuwen. Toen ze in de winkel kwam stond de gestapo al in de winkel. De chef, die haar kende, hielp haar als een klant en met drie koteletten loodste hij ons moeder de winkel uit. Omdat hij met de fiets vlees aan het bezorgen was, moesten ze op hem wachten om hem aan te houden. Toen hij terugkwam hebben ze hem in de zijspan van de motor gezet en meegenomen naar een villa in de Parklaan, schuin tegenover De Laak, de villa van de familie Philips.
In de Parklaan zat hij tezamen opgesloten met twee gijzelaars, bekende Eindhovenaren, die met stukjes papier een dambord maakte. Zo konden zij tussen de verhoren door een potje dammen.
Toen ons vader ‘s avonds  niet thuiskwam, is ons moeder de volgende dag met mij in de kinderwagen naar de
gestapo in de Parklaan gegaan. Daar vroeg zij, waar haar man was. En dat ze de verkeerde hadden, omdat hij niks verkeerd had gedaan. De dienstdoende duitser vroeg: “Was sagt die Dame?” Na vijf dagen verhoor werd hij vrijgelaten. Toen hij thuiskwam, had hij zijn slagersjas nog aan. Hij was zoveel afgevallen dat ons moeder er van schrok. Je kon een hand achter zijn boordje steken. Het is hem nooit duidelijk geworden wat de aanleiding was om hem op te pakken. Volgens hem waren er twee mogelijkheden. Door ome Henk, die in België opgepakt was en verdacht werd van anti duitse politieke activiteiten. Hij werd overgebracht naar de gevangenis in Düsseldorf. Ook hij kwam er goed van af omdat zijn politieke organisatie alles had vernietigd. Of door een duitser, die bij ons vader in de Canadastraat werkte. Dit omdat de gestapo hem in eerste instantie daar kwam ophalen. Papa was net zoals ome Henk tegen het fascisme en de nazi’s of wel het nationaal socialisme. Maar hij was in het geheel niet georganiseerd. Met die duitser op z’n werk had hij wel discussie over wat er zich in Duitsland afspeelde.