Oorsprong namen

van Ooyen

Verspaget

Voorouders

van Ooyen

Verspaget

Broers & Zusters

van Ooyen

Verspaget

Jeugdjaren

Jo

Nellie

Jo & Nellie

verkering

gezin

Gezin
Jo van Ooyen en Nellie Verspaget
Vorige.
Volgende.
Startpagina.
Tijdens m’n werk op de administratie was ik vrijgesteld van apel. Op ’n morgen stond ik nog bij m’n kast en hoorde dat ’n jongen op z’n donder kreeg omdat hij de gaatjes van z’n koppel niet gepoetst had.
Ik begon hard te lachen. De korporaal kwam om af en vroeg waarom ik lachte. Ik zei: “Omdat het niet mogelijk is gaatjes te poetsen; maar wel de ringetjes”. Er werd door iedereen uitbundig gelachen.

Onderstaande foto met maten  op de Elias Beekman kazerne. Met “VAN”, ben ik naast de jongen in het wit ondergoed. Hij knipte ons netjes voor een kwartje. De jongen rechts van hem is ‘n Fries.
De jongen met het borsteltje is Pietje Giesbers uit Goirle. Met hem trok ik veel op. Zijn opa was politieman, die vertelde dat ze ten tijdens de bevrijding op de celdeur van de NSB Burgemeester Pulles van Eindhoven hadden geschreven: “Pulles die ’t eerste de lul is.”
De jongen met de bajonet kwam uit Roozendaal.
De jongen boven “HAP!” was m’n slapie.
Op de andere foto lig ik te slapen op m’n strozak, terwijl m’n slapie met helm en gasmasker in handboek soldaat zit te kijken.
Mijn wapen was hier een karabijn.
Na een prestatieverlof voor m’n werk op de administratie werd ik overgeplaatst naar de chauffeursopleiding op de H-compagnie. Rijles kreeg ik in een Renault.
Voor dat we begonnen moesten m’n maat uit Uden en ik met rond de auto lopen, waarbij hij zei: “Dit zijn de koplampen, dit is de bumper, enz.”. Als we vergaten de richtingaanwijzer terug te zetten, liet hij ons deze uitblazen. En liet ons teruglopen als we
niet wisten welk verkeersbord we gepasseerd hadden. Eens toen m’n maat nogal op z’n donder kreeg, zei hij: “Gij kunt wel denken heel wat te zijn met jouw autorijden. Maar ik kan iets wat gij niet kan”. De korporaal vroeg: “Wat is dat dan?” Nou zei hij: “Harmonica spelen”. We lagen in een deuk van het lachen. Later kreeg hij een test en moest naar een andere opleiding. Nu dreigde ik het pispaaltje te worden. Hij begon te katten dat ik als beroeps ontslagen was. Bij een schakelfout ging hij zo te keer met de opmerking dat ik na zoveel lestijd nog niet kon schakelen.Ik merkte op dat hij wel uren opschreef maar dat hij me ook lang liet wachten terwijl hij “boodschappen” deed. Hij zei: “Durf je dat te verantwoorden?” Ik zei: “Dat durf ik”. Blind van kwaadheid, wilde ik uitstappen. Op dat moment greep hij me bij m’n arm en trok me terug de auto in. Dat was maar goed ook. Want hij voorkwam dat ik onder een auto sprong.
Meteen riep hij: “En nu rijden!” Ik was perplex en reed verder over de slingerdijk langs de Rijn.
Zonder kraken en dubbel klutstend, schakelde ik bij iedere bocht op en terug. Op het einde van de dijk en nadat we uitgestapt waren, bood hij mij een sigaret aan en zei: “Dat ging prima”. Ik begreep de situatie en bood hem m’n excuses aan en zei: “Zand erover”. In het Protestants Militair tehuis, waar we pauze hielden, kreeg ik van hem ook nog een bakje koffie.
Om de buurt was eenieder kamer-oudste. Wat betekende dat je de groep afmarcheerde naar de lesauto’s.
Op ’n keer werden we door ’n adjudant tegengehouden. Ik moest uittreden en omdat ik “eenpitter” was, werd mij duidelijk gemaakt dat ik de groep altijd moest afmarcheren en tevens kamer-oudste was.
Niet op de foto staat Pietje Vinkx uit Geldrop. Hij was altijd bezig zich te “drukken.”
Zo was hij met wat puistjes op z’n hoofd naar de arts gegaan. Hij kreeg voor elkaar dat hij ’n tijd geen helm op hoefde.
Toen op de wachtlijst stond, trad hij aan zonder helm. Als de sergeant die ons inspecteerde op hem afkwam, haalde hij nonchalant z’n doktersbriefje te voorschijn. Het gevolg was dat de reserve op wacht moest.
Die baalde natuurlijk. Omdat we dat een vervelende streek vonden, hebben we hem buiten aan de regenpijp vastgebonden en hem natgespoten.
Als we op weekend verlof gingen op eigen kosten, presteerde hij om op een kaartje Eden – Arnhem thuis te komen. Hij profiteerde van de oude diensttrein, waar de conducteur niet van de ene wagon naar de andere kon lopen. In Arnhem en Nijmegen stapte hij uit om te kijken waar de conducteur instapte. In Den Bosch stapte hij uit. Hoe hij dan in Geldrop kwam ben ik nooit achter gekomen.